|
|
|
"Vandenbroucke
werkt aan statuut kunstenaars" (België)
Minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (SP) zegt dat de overheid
de kosten die samenhangen met het toekomstige statuut van de kunstenaar
mee zal financieren. Hij wil daarnaast ook een onderscheid maken tussen
het statuut voor podiumkunstenaars en dat voor scheppende kunstenaars.
In De Morgen van 18 november 2000 reageert minister Vandenbroucke op de
uitlatingen van het Nieuw Internationaal Cultureel Centrum (NICC). Die
belangenvereniging was bang dat de overheid een statuut voor kunstenaars
niet zou financieren. Volgens Vandenbroucke berust die vrees op een
misverstand. “Indien men mijn antwoord volledig naleest, dan is
duidelijk dat ik geenszins heb beweerd dat de overheid niet bereid zou
zijn om extra middelen vrij te maken voor de financiering van het sociaal
statuut van de kunstenaar. Integendeel, het is precies onze bedoeling
ervoor te zorgen dat het statuut geen meerkost inhoudt, noch voor de
kunstenaar zelf, noch voor het publiek, omdat het economisch draagvlak
daarvoor ontbreekt. Daarom heb ik in mijn antwoord ook aangekondigd een
structurele lastenvermindering voor alle kunstenaars te koppelen aan het
statuut.” Vandenbroucke blijft wel achter een onderscheid tussen
scheppende kunstenaars en podiumkunstenaars staan. De eerste zouden
volgens hem in het zelfstandigenstatuut moeten, de tweede zouden moeten
kunnen kiezen tussen het werknemers- en het zelfstandigenstatuut. “Ik
ben ervan overtuigd dat er wel degelijk een onderscheid bestaat en dat
scheppende kunstenaars gediend zouden zijn met een zelfstandigenstatuut.
Het komt er wel op aan dat zelfstandigenstatuut te optimaliseren zodat het
beter harmoniseert met het werknemersstatuut en voor iedereen, ook voor de
kunstenaars, aanvaardbaar is. En dat is precies wat ik wil doen.”
Bron : De Morgen, 18 november
2000
|
|