inleiding

tentoonstellen

sociaal

werken

ateliers

scholen

euregio

links

mail

regionaal

 

SOCIAAL

NEDERLAND  

Wet inkomensvoorziening kunstenaars

Sinds 1 juli 1999 is er een aparte inkomensvoorziening voor kunstenaars: de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (WIK). U bent u niet langer aangewezen op de bijstand als u onvoldoende inkomsten heeft. De WIK maakt het beroepsmatig werkende kunstenaars mogelijk een artistieke loopbaan te starten. Ook een tijdelijke terugval in inkomsten kan worden opgevangen. De WIK is vooral bedoeld als steuntje in de rug voor (pas afgestudeerde) kunstenaars, die een renderende beroepspraktijk willen opbouwen.

Een WIK-uitkering duurt maximaal vier jaar. Dat hoeft geen aaneengesloten periode te zijn. Het recht op een WIK-uitkering blijft tien jaar gelden nadat de uitkering voor het eerst is toegekend. U kunt dus tijdelijk uit de WIK stappen en bij onvoldoende inkomsten weer opnieuw van de WIK gebruik maken. U moet dan wel aan de voorwaarden van de WIK voldoen.

De WIK-uitkering is lager dan een bijstandsuitkering, maar de WIK biedt wel de mogelijkheid om bij te verdienen tot 125% van de bijstandsnorm. Ook kunt u een gemengde beroepspraktijk opbouwen waarbij u uw werk als kunstenaar combineert met andere werkzaamheden, zoals bijvoorbeeld het geven van kunstlessen.

Waarom de WIK?

Bijzondere positie kunstenaars
Het is voor kunstenaars niet altijd makkelijk om met hun werk in hun levensonderhoud te voorzien. Ze zijn vaak afhankelijk van tijdelijke contracten of individuele opdrachten. Ook het individuele karakter van kunst geeft kunstenaars een bijzondere positie. De waardering voor hun werk staat niet bij voorbaat vast. Bovendien gaat het aanbod meestal aan de vraag vooraf. Daarom is het voor veel (met name pas afgestudeerde) kunstenaars moeilijk om met hun artistieke werk voldoende inkomen te verdienen.

Veroveren plek op de kunstmarkt
De voorzieningen waarvan u tot nu toe gebruik kunt maken als u onvoldoende inkomsten heeft, houden niet genoeg rekening met de bijzondere positie van de kunstenaar. De Algemene bijstandswet is vooral gericht op een snelle uitstroming uit de bijstand. Daarbij hoort ook een sollicitatieplicht en de verplichting om passend werk te aanvaarden. Als kunstenaar kunt u echter niet simpelweg na het afsluiten van uw opleiding met uw 'aanbod' de arbeidsmarkt op. Het bijzondere, het 'karakter' van uw product moet nog vorm krijgen, moet nog aantrekkelijk worden voor de markt. Over het algemeen vergt het enige tijd om die plek op de kunstmarkt te veroveren.

Geen sollicitatieplicht
Het solliciteren en het aanvaarden van elk passend werk maken het in veel gevallen onmogelijk voor kunstenaars om hun producten zo ver te krijgen dat de gang naar de markt voldoende kans van slagen heeft. Daarom is een regeling tot stand gekomen die u de gelegenheid geeft om al uw energie te gebruiken voor uw werk als kunstenaar. Ook als dat niet meteen tot inkomsten leidt. De WIK kent geen sollicitatieplicht en verplicht niet tot het aanvaarden van passende arbeid of scholing.

Kiest u voor de WIK dan kunt u geen aanvullend beroep doen op de bijstand. U kunt wel elk moment uit de WIK gaan en dan een beroep doen op de bijstand. Maar dan valt u ook volledig onder de regels van de Algemene bijstandswet.

Ontvangt u op dit moment een bijstandsuitkering, dan geldt een overgangsregeling.

Voor wie is de WIK?

Academieverlaters die niet over voldoende inkomen beschikken, kunnen tot twaalf maanden na het succesvol afronden van een erkende kunstvakopleiding een WIK-uitkering aanvragen.

Heeft u een inkomen onder bijstandsniveau en werkt u al enige tijd als kunstenaar, dan kunt u ook een WIK-uitkering aanvragen. 'Enige tijd als kunstenaar werken' betekent onder andere dat u in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag minimaal f 2.400,- ( 1.089,07) met uw artistieke werk moet hebben verdiend. Dat wil zeggen bruto omzet of bruto inkomen.

Wat zijn de voorwaarden voor een WIK-uitkering?
Voorwaarden om voor de WIK in aanmerking te komen zijn:

dat u naar de maatstaven van de Algemene bijstandswet over onvoldoende inkomen beschikt, čn

dat u beroepsmatig als kunstenaar werkzaam bent of wilt zijn.

Dat betekent dat u aan twee toetsen moet voldoen: de inkomens- en vermogenstoets čn de beroepsmatigheidstoets.

Inkomens- en vermogenstoets
Onder het inkomen wordt bij de WIK hetzelfde verstaan als bij de Algemene bijstandswet. Het inkomen van uw partner wordt dus meegeteld.

Ook wordt in de WIK dezelfde vermogensregeling toegepast als in de Algemene bijstandswet. Als u bijvoorbeeld over vermogen in de vorm van een eigen huis beschikt, heeft u waarschijnlijk geen recht op een WIK-uitkering.

Als het om vermogen gaat dat kan worden beschouwd als noodzakelijk voor de beroepsuitoefening, dan telt dat niet mee bij de vermogenstoets. Het is aan de gemeente om dit te beoordelen. Om de twaalf maanden bekijkt de gemeente of u nog aan deze voorwaarde voor de WIK voldoet.

Beroepsmatigheidstoets
Bent u afgestudeerd aan een erkende kunstvakopleiding, dan heeft u rechtstreeks toegang tot de WIK, mits u zich binnen twaalf maanden na het afronden van uw opleiding aanmeldt. Voor u geldt naast de inkomenstoets een verkorte beroepstoets. U hoeft alleen het diploma van een erkende kunstvakopleiding te tonen.

Als u al langere tijd kunstenaar bent en u vraagt een WIK-uitkering aan, dan moet u naast de inkomenstoets aan de beroepsmatigheidstoets voldoen. Onderdeel van de beroepsmatigheidstoets is de eis van f 2.400,- (€ 1.089,07) bruto inkomen of bruto omzet per kalenderjaar uit de kunst.

De beroepsmatigheidstoets wordt uitgevoerd door het Voorzieningsfonds voor Kunstenaars. Daarbij wordt onder meer gekeken naar:

recent geleverde producten of producties en de daaraan bestede tijd,

naar presentaties, optredens of exposities, en

naar recent ondernomen pogingen om inkomen te verwerven met artistiek werk.

Ook kan worden gekeken of u bijvoorbeeld beschikt over een studio of atelier, al dan niet in eigendom, gehuurd of geleend.

De beroepstoets is uitdrukkelijk geen beoordeling van uw artistieke kwaliteit.

Hoe hoog is een WIK-uitkering?

De hoogte van de WIK-uitkering is afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden:

70% van de geldende bijstandsnorm voor alleenstaanden,

iets meer dan 70% van de geldende bijstandsnorm voor alleenstaande ouders en gehuwden/samenwonenden.

U kunt geen aanspraak maken op een WIK-uitkering als u een partner heeft met voldoende inkomen om het gezin te onderhouden.

Bijverdiensten, die voor een deel ook met ander werk mogen worden verdiend, zijn toegestaan tot u op 125% van de voor u geldende bijstandsnorm komt.

De netto  maandbedragen per 1 juli 2000:

WIK-uitkering (incl. vakantiegeld)

Alleenstaanden f .1.077,22 / € 488,82
Alleenstaande ouder f  1.516,90 / 688,34
Gehuwd/samenwonend f. 1.736,74 / € 788,10

De kunstenaar mag de WIK-uitkering met bijverdiensten aanvullen tot 125% van de voor hem geldende bijstandsnorm. Van de bijverdiensten mogen eerst beroepskkosten worden afgetrokken (voor beeldende kunstenaars 10.000  gulden  ( 4538,-) voor andere kunstvormen 5.000 gulden. ( 2269,-))

Bijstandsnormen (incl. toeslagen) per 1 juli 2000:

Alleenstaanden f  1.538,88 / € 698,31
Alleenstaande ouder f  1.978,56 / € 897,83
Gehuwden/samenwonend f  2.198,40 / € 997,59

Ziektekostenverzekering
De WIK-uitkering is netto. Dat betekent dat de premies voor de sociale verzekeringen al zijn afgedragen. Ook de premie voor de ziektekostenverzekering. Die ziektekostenverzekering loopt door als u meer gaat verdienen. Gaat u uit de WIK omdat u voldoende verdient, dan zult u zich particulier moeten verzekeren.

Waar aanmelden?

U kunt zich aanmelden voor de WIK bij een van de 39 zogenaamde centrumgemeenten*. Dat betekent dat als u in een andere gemeente woont, uw gemeente u voor een aanvraag zal doorverwijzen naar de centrumgemeente. De sociale dienst van zo’n centrumgemeente kan u helpen te bepalen of de WIK voor u het goede ‘instrument’ is op weg naar een beroepspraktijk die voldoende inkomsten oplevert.

* (Groningen) Veendam, Delfzijl, Groningen, (Friesland) Leeuwarden, Sneek, Smallingerland, (Drente) Assen, Emmen, Hoogeveen, (Overijssel) Zwolle, Enschede, (Gelderland) Harderwijk, Doetinchem, Apeldoorn, Arnhem, Tiel, (Utrecht) Amersfoort, Utrecht, (Flevoland) Almere, (Noord-Holland) Hilversum, Amsterdam, Hoorn, Den Helder, Alkmaar, Haarlem, (Zuid-Holland) Leiden, Gouda, ‘s-Gravenhage, Rotterdam, Dordrecht, (Zeeland) Goes, Middelburg, Terneuzen, (Noord-Brabant) Breda, Tilburg, Eindhoven, ‘s-Hertogenbosch, (Limburg) Venlo, Maastricht.

De WIK geldt voor scheppende, uitvoerende en toegepast werkende kunstenaars. Daarbij wordt gedacht aan:

(scheppend:) schilder, tekenaar, graficus, beeldhouwer, keramist, fotograaf, choreograaf, componist, filmer, literair auteur;

(uitvoerend:) toneel- of filmacteur, danser, musicus, regisseur;

(toegepast werkend:) vormgever, architect, illustrator, grafisch ontwerper, literair vertaler.

Wanneer moet u de uitkering (gedeeltelijk) terugbetalen?
De WIK-uitkering heeft de vorm van een renteloze lening die in maandelijkse termijnen wordt uitbetaald. Zodra het totale inkomen bekend is van het kalenderjaar waarin is uitgekeerd, wordt de hoogte van de WIK-uitkering definitief vastgesteld. Stopt u tussentijds, dan wordt op dat moment verrekend.

Lening wordt bedrag om-niet
Als blijkt dat uw inkomen uit uw kunstactiviteiten en uit bijverdiensten, inclusief de WIK-uitkering, niet hoger was dan 125% van de voor u geldende bijstandsnorm, wordt de lening omgezet in een bedrag om-niet. Dat wil zeggen dat de ‘lening’ niet hoeft te worden terugbetaald. Hierbij wordt rekening gehouden met aftrek van de vaste of werkelijke beroepskosten.

Teveel bijverdiend
Blijkt daarentegen dat u heeft bijverdiend (al dan niet in een gemengde beroepspraktijk) tot een bedrag boven de 125% van de voor u geldende bijstandsnorm, dan moet u het meerdere boven de 125% terugbetalen.

Als u zeker bent van een bepaald inkomen, bijvoorbeeld uit loondienst, dan zal de sociale dienst in overleg met u indien mogelijk hiermee rekening houden door de hoogte van de uitkering aan te passen. Op deze manier wordt voorkomen dat u aan het eind van het kalenderjaar een forse som geld moet terugbetalen.

Als u zoveel verdient dat u in uw eigen levensonderhoud kunt voorzien (dus 100% van de geldende bijstandsnorm verdient) dan valt u buiten de WIK.

Beroepskosten
Van de bruto verdiensten mogen beroepskosten worden afgetrokken voordat de verdiensten worden verrekend met de uitkering. Beroepskosten zijn de kosten die u maakt om uw beroep uit te kunnen oefenen.

Bij de berekening van de verdiensten mag een uitvoerend en toegepast werkend kunstenaar jaarlijks een vast bedrag aan beroepskosten aftrekken. Maximaal f 5.000,- (€ 2269,-) van de bruto inkomsten of -omzet. Gedacht kan worden aan dans- en stemtraining. Voor scheppende kunstenaars, geldt een bedrag van f 10.000,-.(€ 4538,-)

Het bedrag dat jaarlijks kan worden afgetrokken wordt bepaald naar rato van het aantal maanden dat u in de WIK zit.

Als de werkelijke kosten hoger zijn, kan dat hogere bedrag worden afgetrokken. Dat moet u wel kunnen aangetonen, dus moet u een degelijke administratie en boekhouding bijhouden. Dit is ook belangrijk voor de definitieve vaststelling van de geldlening in de uitkering aan het eind van het kalenderjaar.

Wanneer wordt de uitkering beëindigd?
De WIK-uitkering wordt beëindigd zodra u voldoende inkomsten heeft, dus als u 100% (niet 125%) van de voor u geldende bijstandsnorm verdient (excl. de WIK-uitkering). Oftwel, als het inkomen uit kunst en bijverdiensten hoger is dan de bijstandsnorm. U kunt ook zelf besluiten uit de WIK te stappen. Bijvoorbeeld als u denkt het een tijdje zonder steun van de Wik aan te kunnen.

Opnieuw uitkering aanvragen
Wanneer u weer een WIK-uitkering wilt, kunt u deze opnieuw aanvragen. De gemeente bepaalt of u opnieuw een WIK-uitkering krijgt. Hierbij wordt ook gekeken naar uw verdiensten van het afgelopen jaar, dus inclusief de periode dat u meer heeft verdiend. Ook wordt opnieuw een beroepsmatigheidstoets uitgevoerd. Als u in totaal vier jaar een WIK-uitkering heeft ontvangen, eindigt de uitkering in ieder geval.

De WIK-uitkering kan ook worden beëindigd als u met artistiek werk de norm van f 2.400,- ( 1.089,-) bruto omzet of bruto inkomen per jaar niet heeft gehaald. Of als u niet langer als beroepsmatig kunstenaar werkzaam bent. Het Voorzieningsfonds voor Kunstenaars zal hierover op aanvraag van de gemeente adviseren.

Als u zelf niet aangeeft dat u de uitkering wilt beëindigen, zal de gemeente jaarlijks toetsen of u nog aan de voorwaarden voldoet.

Boekhouding en belastingregels

Boekhouding
U bent verplicht een goede boekhouding en administratie bij te houden van uw inkomsten en uitgaven. De sociale dienst wil die boekhouding ook zien. Deze boekhouding is onder andere van belang om vast te kunnen stellen of u voldoet aan de voorwaarde dat u tijdens de WIK-periode zelf tenminste f 2.400,- (€ 1.089,-) bruto omzet of bruto inkomsten per kalenderjaar verdient met uw werk als kunstenaar.

Daarnaast is een goede boekhouding van belang om de hoogte van de werkelijke beroepskosten te kunnen aantonen. En uiteraard ook voor het vaststellen van uw inkomen en bij het bepalen welk deel van uw vermogen tot het bedrijfsvermogen behoort.

U moet zich ook laten inschrijven bij Arbeidsvoorziening. Dat is geen inschrijving als werkzoekende, maar alleen een registratie als WIK-uitkeringsgerechtigde.

Belastingregels
Het is mogelijk dat bepaalde beroepskosten voor het vaststellen van de WIK-uitkering wel worden meegeteld, maar voor de inkomstenbelasting niet.

De belastingregels bij beroepskosten zijn verschillend voor personen die winst maken met een onderneming en voor personen die andere inkomsten hebben, bijvoorbeeld uit een dienstbetrekking. Ondernemers kunnen hierover informatie vinden in het Handboek Ondernemen van de Belastingdienst. Dit Handboek is een gids voor de startende en kleine ondernemers over belastingen en sociale verzekeringen. Hierin staan ook de speciale belastingmogelijkheden (bijvoorbeeld zelfstandigenaftrek en investeringsaftrek) die voor ondernemers kunnen gelden. Voor niet-ondernemers heeft de Belastingdienst onder meer de brochure Beroepskosten.

Voor algemene informatie kunt u terecht bij de BelastingTelefoon: 0800-0543 (gratis).

Voor ondernemers bestaat de BelastingTelefoon voor ondernemers: 0800-0443.

Ondersteunende voorzieningen
De WIK is er speciaal op gericht kunstenaars in staat te stellen een eigen beroepspraktijk op te bouwen die voldoende inkomen oplevert. Daarom worden er ondersteunende voorzieningen aangeboden. U bent echter niet verplicht daarvan gebruik te maken.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zal samen met twee onafhankelijke stichtingen, de Stichting PodiumKunstWerk (PKW) voor de podiumkunsten en de Stichting Voorzieningsfonds voor Kunstenaars (VvK) voor de scheppende en toegepaste kunsten, vorm en inhoud geven aan deze ondersteunende voorzieningen. Bij deze voorzieningen kunt u denken aan scholingsprogramma's, individuele begeleiding en advies en werkervaringsplaatsen om zo op termijn in uw eigen onderhoud te kunnen voorzien. Kunstenaars die voor een gemengde beroepspraktijk willen kiezen, kunnen ook ondersteuning krijgen.

Wilt u meer informatie?
Voor algemene vragen over de WIK kunt u contact opnemen met de informatietelefoon van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: 0800-9051 (gratis). Hier is ook een folder met de hoofdlijnen van de WIK in de Engelse, Franse en Duitse taal te verkrijgen.

Met vragen over de WIK-uitkering kunt u terecht bij uw centrumgemeente.

Voor vragen over ondersteunende voorzieningen kunt u contact opnemen met de informatietelefoon van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen: 079-3233270.

Overige adressen:
Voorzieningsfonds voor Kunstenaars (VvK)
Wassenaarseweg 18
2596 CH Den Haag
tel. 070-3469559

Stichting PodiumKunstWerk (PKW)
Postbus 85471
2508 CD Den Haag
tel. 070-4169001

Arbeidsvoorziening
Landelijk Bureau Kunsten & Media
Postbus 930
1200 AX Hilversum
tel. 035-6773526